Hoe kan ik een beschadigde laminaatplank herstellen?
Je hebt enkele gereedschappen nodig om de kapotte plank te vervangen: wat plakband, een mes, een potlood, een invalzaag met geleider, een beitel, een hamer, een trekijzer en een stootblok.
- Breng een duidelijke markering aan van de kapotte plank met je potlood of een pen. Plak de contouren van de beschadigde vloerplank af zodat deze opvalt.
- Neem een nieuwe plank en teken een zaaglijn op de klikzijde van de nieuwe plank. Markeer de onderkant van de plank zodat je precies weet waar de rand komt. Dit deel wordt later vastgelijmd.
- Zaag de groeven van de nieuwe plank af met je invalzaag. Snijd 10 cm van de lange zijtong af aan de kant van de aangepaste korte zijde.
- Met dezelfde cirkelzaag zaag je twee evenwijdige groeven in het midden van de beschadigde plank, in langsrichting. Breng de groeven zo dicht mogelijk bij de randen.
- Breng aan het einde van de kapotte plank incisies aan die een hoek vormen met je zaag. Laat de incisies kruisen met de groeven die je eerder hebt gemaakt. Hierdoor kun je de plank gemakkelijker verwijderen.
- Verwijder de kapotte plank met een beitel.
- Breng lijm aan op een van de korte en een van de lange zijden van de omliggende planken. Lijm de tand in de open ruimte.
- Neem de vervangende plank vast en klik die samen met het deel dat je niet hebt afgezaagd, in de zijden die je niet hebt gelijmd.
- Met een hamer, trekijzer en stootblok tik je de nieuwe plank voorzichtig op zijn plaats en druk je die goed aan.
- Spreid ca. 40 kg gewicht over de plank en laat de lijm drogen. Vervolgens ziet je vloer er weer zo goed als nieuw uit.